2010-09-30
Mijn reactie op de Consultatie "wetsvoor ...
Mijn reactie op de Consultatie "wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit" :Reactie op "wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit" Voor wat betreft de optie tot vordering ontoegankelijk maken van gegevens: In de voorgestelde vorm van de wet vallen eigenlijk twee vormen van controle voordat er informatie ontoegankelijk gemaakt wordt weg: - In geval van een vordering van het ontoegankelijk maken van gegevens: het wegvallen van controle vooraf door een rechter. - En in mindere mate, maar ook niet onbelangrijk: In het geval van een verzoek om gegevens ontoegankelijk te maken: het wegvallen van de plicht om uitleg te geven aan een dienstverlener ("Hoster") zoals die er nu in de Notice and Takedown procedure is Voor wat betreft de controle door de rechter: Een rechter kan onafhankelijk afwegingen maken over vermeende onrechtmatigheid. Het achteraf schriftelijk kunnen klagen over de vordering van het ontoegankelijk maken van de gegevens kan volgens mij in sommige situaties te laat zijn: als justitie besluit het bedrijf KLM 3 dagen geen toegang te geven tot zijn bedrijfsinformatie is er daarna geen KLM meer om bezwaar te maken, dan is het bedrijf al failliet. De snelheid van de informatie maatschappij staat in geen verhouding tot de traagheid van een bezwaarprocedure. Justitie zou deze bevoegdheid kunnen misbruiken om de rollen van aanklager, rechter en beul uit te voeren. Deze bevoegdheid zal natuurlijk niet zomaar misbruikt worden tegenover een bedrijf als KLM, maar de potentie is aanwezig dat dissidente meningen in Nederland makkelijker als "strafbaar" gekwalificeerd worden en daarmee onderdrukt worden. Voor wat betreft de uitleg in notice and takedown procedures: Deze uitleg naar een hoster lijkt mij juist ook een bescherming tegen justitiele willekeur. Uit het memorie van toelichting blijkt zelfs de wens van justitie om de 'tegenwerking' bij Notice and Takedown aanvragen te kunnen omzeilen door een verplichtende vordering te mogen opleggen en dwangsommen te kunnen eisen. Volgens mij kan deze 'tegenwerking' van hosters zowel uit commerciele oogpunten komen (teveel werk e.d.) als uit een verschil in visie met justitie over de onrechtmatigheid van het aangeboden materiaal. Deze twee overwegingen samen, gecombineerd met de achtergrond van zaken over incorrect optreden van justitie in Nederland die jaren lopen voordat ze in een onbevredigende uitspraak eindigen zie ik enorme potentie voor misbruik. In het "memorie van toelichting Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel" (bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28197-3.html ) staat omschreven: "De ratio van de regeling is, zoals eerder aangegeven, de vrijheid van meningsuiting te ondersteunen. Artikel 7 van de Grondwet geeft aan de overheid de opdracht de vrijheid van meningsuiting te waarborgen en te stimuleren. Censuur van staatswege dient te worden voorkomen." Deze wet heeft met de gevraagde aanpassingen zeker de potentie om misbruikt te worden door justitie voor censuur. En alleen al de potentie tot misbruik op een manier die ingaat tegen onze Nederlandse grondwet is voor mij voldoende om het voorstel in zijn huidige vorm ongewenst te achten. Koos van den Hout Utrecht